Klik hier voor grote afbeelding (met gegevens)
Spil van trap

Wanneer een trap zich kronkelend omhoogdraait is het centrale deel de spil. Niet altijd, een Engelse trap, bijvoorbeeld, is een variant van de wenteltrap die om een schalmgat draait. Maar wanneer er een spil is, dan hebben we te maken met een spiltrap. Ook dan kan er een enkele keer een (klein) schalmgat zijn, zoals bij de spiltrap met uitgeboorde spiraalvormige spil. Spiltrappen verschillen onderling nogal. De houten spiltrap is een ingenieuze constructie, die in de middeleeuwen heel gebruikelijk was. Hierbij draait echt alles om de spil: alle treden hangen als het ware aan deze stevige paal. Afhankelijk van de streek steken de dikke treden in de spil en zijn daar met een toognagel in vastgepend. De stootborden dichten de trap af, maar zijn constructief van secundair belang. De andere variant heeft forse stootborden, die meestal met twee toognagels in een gleuf is de spil gepend zijn. De treden liggen daar op. De spil kan rond zijn of veelhoekig, soms is de handgreep (de leuning) ingesneden. De top kan gesierd worden door een peer. Aan de buitenzijde rusten de treden min of meer in de muur of omtimmering.
Dragende stootborden of dragende treden, dat kan niet bij de stenen spiltrap. Een natuurstenen spiltrap wordt als een bouwpakket opgebouwd: van iedere trede versmalt het loopvlak zich tot het eindigt in een stevige cilinder. Dat is een stukje spil: die wordt opgebouwd als waren de ronde delen van de monolitische treden zuilentrommels. De overeenkomst van het eindresultaat met een houten soortgenoot is meer uiterlijk dan technisch. Bij een bakstenen spiltrap moet de metselaar het helemaal zelf oplossen. Iedere trede, of enkele tesamen, rusten op een gewelfje.
Een stalen spiltrap doet denken aan de constructie van een houten, de betonnen variant volgt vaak de opbouw van de natuurstenen trap.

Tekst: Jean Penders (02-2009). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders